Financieel

Bijkomende kosten bij aankoop van bedrijfsgebouw

Bij de aankoop van een bedrijfsgebouw betaal je niet alleen de overeengekomen aankoopprijs.
Deze 5 bijkomende kosten zorgen voor een hogere eindafrekening.

 

1.    Btw óf registratierechten

Is je bedrijfsgebouw een nieuwbouw of minder dan 2 jaar oud? Dan betaal je 21 % btw op de aankoopprijs. Ben je als ondernemer btw-plichtig met volledig recht op aftrek? Dan kun je de volledige btw recupereren via je btw-aangifte.

Is je bedrijfsgebouw ouder dan 2 jaar? Dan betaal je registratierechten. In Vlaanderen betaal je 12 % registratierechten, in Wallonië en Brussel betaal je 12,5 %. Ter info: het tarief voor een bedrijfspand is verschillend van dat voor een gezinswoning. Als particulier betaal je momenteel standaard 7 % registratierechten voor een woning maar vanaf 2020 zal dit particulier tarief dalen naar 6 %, dit als tegemoetkoming voor de woonbonus die dan wegvalt.

 

2.    Notariskosten

Een verkoop is pas officieel wanneer de verkoopakte ondertekend wordt. Dit gebeurt door een notaris maar die werkt jammer genoeg niet gratis. Het ereloon van de notaris hangt af van de aankoopprijs: je betaalt een wettelijk vastgelegd percentage op de verschillende schijven van die aankoopprijs. Hier geldt de regel: hoe hoger de verkoopprijs, hoe kleiner het percentage. Op die notariskosten betaal je dan nog eens 21 % btw (die je ook kunt recupereren via je btw-aangifte). Het administratief opzoekingswerk van de notaris valt onder de aktekosten (of juridische kosten) en die bedragen - afhankelijk van het dossier en de regio - 800 à 1.100 euro.

 

3.    Kosten bij hypothecaire lening & hypothecaire akte

Ga je een hypothecaire lening aan voor je aankoop? Dan betaal je - naast de rente op het geleende bedrag - ook een inschrijvingsbedrag aan het bevoegde hypotheekkantoor. Dit bedraagt 0,3 % op het geleende bedrag. Omdat je bedrijfsgebouw dient als waarborg voor je hypothecaire lening, wordt dit ook vastgelegd in de hypothecaire akte. Voor deze hypothecaire inschrijving betaal je 1 % registratierecht op het geleende bedrag.

De meeste banken laten echter toe om een deel van het geleende bedrag te waarborgen via een hypothecaire volmacht. De kosten hiervan zijn een stuk lager.

 

4.    Opmetingskosten (en kosten statutenakte)

Wordt het gekochte perceel (al dan niet met gebouw) nog opgemeten vóór akte of gebeurde dit reeds met oog op de verkoop? Hou dan rekening met de opmetingskosten. Heb je een bedrijfsgebouw gekocht dat onderdeel is van een mede-eigendom? Hou dan eveneens rekening met de kosten van de statutenakte. Beide kosten zijn voor rekening van de koper, maar dan moet dit wel uitdrukkelijk vermeld staan in de verkoopovereenkomst. Staat dit niet vermeld, dan zijn deze kosten voor de verkoper. Lees dus zeker je verkoopovereenkomst goed na!

 

5.    Kosten parkmanagement

Maakt je bedrijfsgebouw deel uit van een bedrijvenpark of industriezone, dan betaal je ook de kosten van het parkmanagement. Maakt je bedrijfsgebouw deel uit van een mede-eigendom, bv. een bedrijfsverzamelgebouw, dan betaal je daarboven kosten van het beheer van het gebouw. Deze kun je vergelijken met de gedeelde gemeenschappelijke kosten in een appartementsgebouw. Voor een industriezone of bedrijvenpark gaat dit concreet over het beheer van het bedrijventerrein: van uniforme bewegwijzering, groenvoorziening en groenonderhoud tot collectieve beveiliging, gezamenlijke energie-aankoop en afvalophaling. Voor een mede-eigendom komen de kosten van het onderhoud van de gemeenschappelijke delen van het gebouw, zoals het dak, bovenop. Het parkmanagement is ook het aanspreekpunt voor de bedrijven op het terrein en de gemeente. Uiteraard heb je deze kosten niet als je een autonoom bedrijfsgebouw hebt gekocht.

 

CONCLUSIE:

De totale kostprijs van de aankoop van een bedrijfsgebouw is altijd hoger dan de overeengekomen verkoopprijs. Hou deze bijkomende kosten zeker in je achterhoofd wanneer je je aankoopbudget bepaalt. Dit bespaart je een budgettaire tegenslag en je komt meteen te weten hoeveel je bedrijfsgebouw nu écht kost.

 

Share this page