Of de grootste bijkomende kost op de aankoop van je bedrijfsgebouw 21% of 12% bedraagt, wordt bepaald door het bouwjaar van het bedrijfsgebouw. Jawel: wanneer het bedrijfsgebouw dat je wil aankopen een nieuwbouw bedrijfsgebouw is of een bedrijfsgebouw dat minder dan 2 jaar oud is, dan betaal je 21 % BTW op de aankoopprijs. Belangrijk echter, wanneer je als ondernemer btw-plichtig met volledig recht op aftrek, dan kun je de volledige BTW recupereren via je btw-aangifte.
Wanneer het bedrijfsgebouw ouder dan is 2 jaar, dan betaal je registratierechten. In Vlaanderen betaal je 12 % registratierechten, in Wallonië en Brussel betaal je 12,5 %. Let wel: het tarief voor een bedrijfspand is in Vlaanderen verschillend van dat voor een gezinswoning. Als particulier betaal je namelijk 3% registratierechten voor de enige en eigen woning.
Een verkoop is pas officieel wanneer de verkoopakte is ondertekend bij de notaris. Het ereloon van de notaris is een bijkomende kost waar je beter rekening mee houdt. Het ereloon wordt bepaald door de aankoopprijs want het bestaat uit een wettelijk vastgelegd percentage op de verschillende schijven van de aankoopprijs. Hoe hoger de verkoopprijs, hoe kleiner het percentage; hoe lager de verkoopprijs, hoe hoger het percentage. Let wel, op de notariskosten dient andermaal 21 % BTW, ook recupereerbaar via de BTW-aangifte, betaald te worden. Het administratief opzoekingswerk van de notaris valt onder de aktekosten (of juridische kosten) en die bedragen - afhankelijk van het dossier en de regio - tussen de €800 en €1.100 euro.
Wanneer je een hypothecaire lening aangaat voor de aankoop van het bedrijfspand van je keuze, hou dan rekening met volgende bijkomende kosten. Naast de rente op het geleende bedrag, dien je namelijk ook een inschrijvingsbedrag betalen aan het bevoegde hypotheekkantoor: 0,3 % op het geleende bedrag. Omdat je bedrijfsgebouw in dat geval dient als waarborg voor je hypothecaire lening, wordt dit vastgelegd in een hypothecaire akte. En voor deze hypothecaire inschrijving betaal je 1% registratierecht op het geleende bedrag. De meeste banken laten echter toe om een deel van het geleende bedrag te waarborgen via een hypothecaire volmacht... De kosten hiervoor zijn een stuk lager.
Wordt het gekochte perceel (al dan niet met gebouw) nog opgemeten vóór akte of gebeurde dit reeds met oog op de verkoop? Hou dan rekening met de opmetingskosten. Heb je een bedrijfsgebouw gekocht dat onderdeel is van een mede-eigendom? Hou dan eveneens rekening met de kosten van de statutenakte. Beide kosten zijn voor rekening van de koper, maar dit moet uitdrukkelijk vermeld staan in de verkoopovereenkomst. Staat dit niet vermeld, dan zijn deze kosten voor de verkoper. Zoals altijd is het in je eigen belang de verkoopovereenkomst zelf goed na te lezen om onaangename verrassingen te vermijden!
Maakt je bedrijfsgebouw deel uit van een bedrijvenpark of industriezone, dan betaal je ook de kosten van het parkmanagement. Maakt je bedrijfsgebouw deel uit van een mede-eigendom, dat is bijvoorbeeld het geval van een bedrijfsverzamelgebouw, dan betaal je kosten voor het beheer van het gebouw. Deze kun je vergelijken met de gedeelde gemeenschappelijke kosten in een appartementsgebouw. Voor een industriezone of bedrijvenpark gaat dit concreet over het beheer van het bedrijventerrein: van uniforme bewegwijzering, groenvoorziening en groenonderhoud tot collectieve beveiliging, gezamenlijke energie-aankoop en afvalophaling. Voor een mede-eigendom komen de kosten van het onderhoud van de gemeenschappelijke delen van het gebouw, zoals het dak, daar nog bovenop. Het parkmanagement is ook het aanspreekpunt voor de bedrijven op het terrein en de gemeente.
De totale kostprijs van de aankoop van een bedrijfsgebouw is altijd hoger dan de overeengekomen verkoopprijs. Hou alvast rekening met bovenstaande bijkomende kosten ij het bepalen van je aankoopbudget.